De beslissing van de Europese Centrale Bank donderdag om de opkoop van overheidsschulden – een vorm van geldcreatie ter stimulering van de slabakkende Europese economie – eind dit jaar stop te zetten, verhoogt de druk op landen met hoge overheidsschulden (waaronder België). Dat liet ECB-voorzitter Mario Draghi op zijn persconferentie indirect verstaan, toen hij de beslissing verdedigde met de vaststelling dat de economische groei in Europa vermoedelijk blijft aanhouden, ondanks een tijdelijke verslapping de laatste maanden.
Die vaststelling ‘verhoogt de marge voor de publieke financiën’ en dat is ‘in het bijzonder belangrijk voor landen met een hoge overheidsschuld’. Met die groei, en de andere beslissing van de Bank gisteren – om te trachten de belangrijkste interestvoet op 0 % te houden tot minstens na de zomer van 2019 – moeten die landen (inclusief Draghi’s eigen Italië natuurlijk) het voortaan stellen als straks de inflatie, en dus ook de interestvoeten op de hoge schuld weer zullen stijgen.
Deze keer is het niet genoeg om te hopen op een betere toekomst: deze keer moeten we er allemaal de verantwoordelijkheid voor nemen.
Sinds 1979 vinden om de vijf jaar in alle landen van de Europese Unie rechtstreekse Europese verkiezingen plaats.